Een stralend, wijd en helder landschap |
Openingstoespraak door Denise de Costa bij de tentoonstelling van Wicher Naberman "Etty Hillesum en het IJssellandschap" in het Etty Hillesum Centrum te Deventer Je zou bijna naar de winter gaan verlangen, als je de foto's van Wicher Naberman ziet. Je krijgt zin om op een koude winterdag met een dikke jas aan naar buiten te gaan en een lange wandeling langs de IJssel te maken. Tenminste, zo verging het mij, toen Wicher mij voor het eerst de foto's liet zien, op een warme zomerdag in Den Bosch. Voor een Indisch meisje dat ik ook een beetje ben, is dat nogal een bijzondere gewaarwording. Ik houd ervan als de zon hoog en fel aan de hemel staat, als de lucht wolkeloos blauw is, als de bomen vol loof zijn. Ik voel mij toch het meest senang bij tropische temperaturen. De foto's daarentegen tonen een kaal, koud, winters landschap. Geen blad aan de bomen, geen vogel in de lucht. Niets voor mij, eigenlijk. Heimwee naar Holland is mij vreemd.Maar ik moet bekennen dat één van de eerste gedachten die bij het zien van de foto's bij mij opkwam, was: "Als de Nederlanders in Indië zich vroeger zulke beelden van het Nederlandse rivierenlandschap voor de geest haalden, kan ik, voor het eerst, toch een beetje van hun verlangen naar Nederland begrijpen." "Denkend aan Holland, zie ik brede rivieren traag door oneindig landschap gaan ..." De beroemde dichtregels van Marsman: "De lucht hangt er laag en de zon wordt er langzaam in grijze veelkleurige dampen gesmoord." De foto's raken mij, zoals een gedicht ontroeren kan. Door zijn vakmanschap, zijn kunstenaarsblik en zijn grafisch talent toont Wicher niet zomaar "de linker IJsseloever tussen Deventer en Zwolle", maar zoiets als de poëzie van het landschap, zoiets als een bezield landschap. Ik moet denken aan een zin uit de dagboeken van Etty Hillesum: "Het wijde landschap, vredig en ook een beetje treurig." Zij houdt intens van dit landschap uit haar jeugd. Haar filosofische aard doet haar zoeken naar een verklaring waarom mensen zich tot bepaalde landschappen voelen aangetrokken. "Het landschap, dat de mens in zich draagt, zoekt hij ook buiten", stelt ze. Zijzelf kan enorm verlangen naar de uitgestrekte steppen van Rusland, waar haar moeder vandaan kwam. Maar niet alleen het onbekende Rusland, ook het oervertrouwde landschap, dat de achtergrond vormde van haar jeugd in Deventer, doet haar veel. Dit landschap associeert ze, net als Rusland, met ruimte en onbegrensdheid. Als ze eind december '41 haar ouders in Deventer bezoekt, schrijft ze in haar dagboek over het stralende, wijde en heldere landschap. Terwijl ze langs de IJssel loopt, heeft ze het gevoel alsof ze door het landschap van haar eigen ziel loopt. "Seelenlandschaft", schrijft ze. Het lijkt een beetje op het woord van Rilke "Weltinnenraum", uit één van zijn gedichten waar Etty vaak naar verwijst: "Durch all Wesen reicht der eine Raum: Weltinnenraum" : "Door allen reikt één ruimte wereldwijd: ruimte inwendig." Waarschijnlijk is Etty door Rilke, die zij als haar grote leermeester beschouwde, geïnspireerd in haar overtuiging dat de binnenwereld even reëel is als de buitenwereld. "zij heeft ook haar landschappen, haar contouren, haar mogelijkheden, haar onbegrensde gebieden", schrijft ze. Haar eigen innerlijke landschap beschrijft ze als bestaande uit grote vlaktes, "oneindig wijd, er is nauwelijks een horizon, de ende vlakte gaat over in de andere." Als ze mediteert, zwerft ze over die blanke vlaktes en komt er een weldadig gevoel van eindeloosheid en rust over haar. Voor Etty verschillen de binnenwereld en de buitenwereld niet essentieel van elkaar. "Door mij heen stromen de brede rivieren", schrijft ze na een verblijf van enkele weken in Westerbork. "En achter de struikgewassen van m'n onrust en verwarring strekken zich de brede effen vlaktes van m'n rust en overgegevenheid." De foto's die hier hangen zijn gemaakt tussen januari 1979 en maart 1987. De jongste foto's zijn dus al weer ruim zeventien jaar oud. Als we de komende winter langs de IJssel wandelen, zullen we niet alles wat Wicher toentertijd gefotografeerd heeft, kunnen terugvinden. Toch wekken de foto's de indruk van onveranderlijkheid. Het is niet moeilijk je voor te stellen dat het IJssellandschap er ook in de jaren dertig en veertig, in de tijd van Etty, zo uitzag. Die sfeer van tijdloosheid die de foto's oproepen, komt denk ik doordat Wicher er in geslaagd is de ziel van het landschap, de essentie ervan, op de gevoelige plaat vast te leggen. De foto's hebben 'an sich' al een grote beeldende kracht, maar door de combinatie met teksten uit de dagboeken van Etty Hillesum wordt de poëtische diepgang van de foto's nog meer geaccentueerd. Op subtiele wijze zijn de dagboekfragmenten in de foto's verwerkt, ze stromen mee met de loop van de rivier, ze volgen de bocht in de weg. Het beeld en de tekst resoneren met elkaar. Terwijl je naar het beeld kijkt en de tekst leest, gebeurt er iets met je. Tenminste, dat overkomt mij steeds als ik de foto's op mij in laat werken. De foto's geven enerzijds een indruk van het IJssellandschap, de uiterlijke wereld van Etty's jeugd. Hierdoor lijkt het mij trouwens een goed idee dat deze tentoonstelling over de wereld gaat reizen, zodat ook Etty Hillesum lezers die niet aan de IJssel, niet in Nederland wonen zich een beeld kunnen vormen van het door haar beschreven landschap. maar dit terzijde. Je stapt echter niet alleen in het uiterlijke landschap van haar jeugd; je stapt anderzijds ook in de innerlijke wereld van Etty Hillesum. In mijn ervaring vervaagt het onderscheid tussen innerlijke wereld en uiterlijke wereld. Ik realiseer me dat wij Etty Hillesum niet in levende lijve hebben gekend; wij kennen haar via haar brieven en dagboeken, waarin ze haar innerlijke roerselen blootlegt. Door de foto's van Wicher wordt daar een dimensie aan toegevoegd. Niet allen in woorden, maar nu ook in beelden kunnen we een indruk krijgen van Etty's innerlijke wereld, van het landschap van haar ziel. Maar het hoeft natuurlijk niet alleen voor Etty zelf te gelden, dat de mens zelf het kleine centrum is waar binnen- en buitenwereld elkaar ontmoeten, zoals zij dat onder woorden bracht. De foto's raken mij omdat ik geboeid ben door het leven van Etty Hillesum en door haar geïnspireerd word, maar ze raken mij ook omdat ze iets weergeven van míjn binnenwereld. Door de foto's op mij in te laten werken, leer ik niet alleen het IJssellandschap kennen, leer ik niet alleen Etty Hillesum op een nieuwe manier kennen, maar kom ik ook in contact met mijn innerlijk landschap. In die zin kan deze fototentoonstelling een spirituele ervaring zijn. Ik spreek voor mijzelf. Ik hoop dat de foto's ook de weg naar uw hart vinden. Denise de Costa, 4 september 2004. Denise de Costa is schrijfster en cultuurwetenschappelijk onderzoekster. Zij schreef o.a. 'Anne Frank en Etty Hillesum: Spiritualiteit, schrijverschap en seksualiteit' (Amsterdam , 1986). Zij is co-auteur van verschillende publicaties over Etty Hillesum waaronder 'Van aandacht en adem tot ziel en zin: Honderd woorden uit het levensbeschouwelijk idioom van Etty Hillesum' (Utrecht, 1999). In dit boek waren de woorden 'landschap' en 'natuur' onderwerp van een uitvoerige beschouwing. Naast het schrijven geeft Denise lezingen en gastcolleges.
|